Het kabinet heeft op Prinsjesdag vier maatregelen aangekondigd die de erf- en schenkbelasting per 1 januari 2026 moeten verduidelijken. Doel is om oneerlijke situaties te voorkomen en de praktijk overzichtelijker te maken.
De belangrijkste wijzigingen
- Schenkingen kort voor overlijden: schenkingen binnen 180 dagen voor een overlijden worden voortaan alleen belast via de erfbelasting. Een dubbele aangifte (schenk- én erfbelasting) is daarmee verleden tijd.
- Erkenning biologische kinderen: biologische kinderen zonder juridische erkenning worden gelijkgesteld met juridisch erkende kinderen. Zij krijgen dus recht op het kindertarief en de kindvrijstelling. Voorwaarde is dat het biologische ouderschap met een DNA-test kan worden aangetoond. Tot 2026 kan dit al via een beroep op de hardheidsclausule.
- Huwelijkse voorwaarden: bij ongelijke breukdelen in huwelijkse voorwaarden (bijvoorbeeld 90/10) geldt vanaf 2026 dat alles boven de 50% belast wordt met erf- of schenkbelasting. Huwelijkse voorwaarden die vóór 16 september 2025, 16.00 uur zijn opgesteld, blijven buiten deze maatregel zolang er niets aan wordt gewijzigd.
- Ruimere aangiftetermijn: de aangiftetermijn voor erfbelasting wordt verlengd van 8 naar 20 maanden. Belastingrente gaat pas lopen vanaf de 21e maand. Dit geeft erfgenamen meer tijd om een correcte en volledige aangifte te doen.
Wat betekent dit?
De maatregelen zorgen voor minder dubbele aangiften, meer gelijkheid voor biologische kinderen en een ruimere termijn om erfbelasting correct af te handelen. Voor huwelijkse voorwaarden met ongelijke verdeling kan de impact echter groot zijn.
