In een relatief recente uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden (19 mei 2025, ECLI:NL:GHARL:2025:3063) maakt ze korte metten met een hardnekkig misverstand: een loonsanctie van het UWV verlengt niet automatisch het opzegverbod wegens ziekte tot het einde van de sanctieperiode.
De zaak in het kort:
- Loonsanctie: De werkgeefster kreeg van het UWV een loonsanctie opgelegd tot 23 mei 2025.
- Herstelmelding: De bedrijfsarts verklaarde haar in juni 2024 hersteld.
- Ontbindingsverzoek: De werkgever diende in september 2024 een verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst in, dat door de rechter werd toegewezen per februari 2025.
- Hoger beroep: De werkneemster ging in beroep. Zij vond dat de ontbinding pas ná afloop van de loonsanctie mocht plaatsvinden, mét een hogere transitievergoeding.
Het oordeel van het hof
Het hof was duidelijk. De loonsanctie van het UWV verlengt de verplichting tot loondoorbetaling, maar creëert geen zelfstandig opzegverbod. Zodra de ziekte is geëindigd, vervalt het opzegverbod wegens ziekte.
Met andere woorden. Het feit dat de loonsanctie nog doorloopt, betekent niet dat de werknemer beschermd blijft door het opzegverbod, zolang er geen sprake meer is van arbeidsongeschiktheid.
Praktijktip: Controleer altijd of de werknemer op het moment van beëindiging nog arbeidsongeschikt is. De duur van de loonsanctie is daarbij niet doorslaggevend.
Wil je meer weten over de loonsanctie? Neem dan gerustcontact met ons op.