De peildatum voor het waarderen van je box 3 vermogen nadert weer, dit gebeurt namelijk op 1 januari. De Belastingdienst zal een fictief rendementspercentage hanteren van 1,44% op banktegoeden en 5,88% op overige bezittingen. Om de belastingheffing te voorkomen zou je je vermogen kunnen verplaatsen, maar hier heeft de wetgever een stokje voor gestoken.
Peildatumarbitrage
Stel je verkoopt je beleggingen voor de peildatum van 1 januari en zet het geld tijdelijk op een spaarrekening. Je spaargeld wordt dan tegen een lager rendementspercentage belast, namelijk 1,44%. Vervolgens koop je je beleggingen op 2 januari weer terug. Dit heet peildatumarbitrage en wordt gezien als ongewenst door de wetgever. De periode waarvoor dit geldt is 1 oktober tot en met 31 maart.
Gevolgen
Als de Belastingdienst vaststelt dat je gebruik hebt gemaakt van peildatumarbitrage, worden desbetreffende vermogensverschuivingen genegeerd. Het vermogen wordt dan alsnog in de oorspronkelijke categorie geplaatst. Het kan in dat geval zijn dat de belastingdienst een naheffing oplegt met eventueel een boete voor misbruik.
Wat kan je doen?
Wanneer je met vermogen hebt geschoven rond de peildatum moet dit gecorrigeerd worden tijdens de aangifte. Tenzij je kan aantonen dat je dit om zakelijke redenen hebt gedaan. Het is daarom belangrijk om je vermogensverschuivingen goed te documenteren. Wij helpen je hier uiteraard graag bij.
Heb je vragen over peildatumarbitrage of andere fiscale onderwerpen? Neem dan gerust contact op met een van onze belastingadviseurs voor persoonlijk advies.
