mogelijkheid geldt voor een aantal in de wet genoemde activiteiten. Eén van die activiteiten waarbij de verlegging geldt is bij werkzaamheden aan onroerende zaken in onder-aanneming.
Wanneer een onderaannemer in opdracht van de hoofdaannemer werk aan een onroerende zaak uitvoert, dan dient de BTW op deze factuur door de onderaannemer verlegd te worden naar de hoofdaannemer.
Dit dient te geschieden door het BTW-nummer van de hoofdaannemer en de melding “heffing verlegd” op de factuur te vermelden.
De ondernemer die de factuur opstelt, is verantwoordelijk voor de inhoud van de factuur.
Het verleggen van de BTW in die situaties is geen keuze, maar een verplichting.
Wanneer de onderaannemer in die situatie de BTW niet verlegt naar de hoofdaannemer, maar de BTW gewoon op factuur in rekening brengt, wat kan er dan gebeuren? In het meest ongunstigste heeft de hoofdaannemer geen recht op vooraftrek, terwijl de onderaannemer de BTW wel op aangifte af moet dragen. En dat terwijl de hoofdaannemer wel de voorbelasting op factuur aan de onderaannemer heeft betaald.
Conclusie: Controleer binnenkomende facturen ook op de factuurvereisten. Constateer je een onjuistheid, laat dit dan door de facturerende partij corrigeren. Zo voorkom je financiële narigheid achteraf.
