Regelmatig krijgen wij de vraag of het verstandig is de rechtsvorm van de onderneming om te zetten in een B.V. Men heeft een eenmanszaak of is partner in een V.O.F. of een maatschap.
Natuurlijk kan de reden van de omzetting gelegen zijn in het feit dat men risico loopt privé aansprakelijk gesteld te worden mocht het verkeerd gaan. Vaak is die aansprakelijkheid echter beperkt. De reden is dan meestal nog de hoogte van de winst in verhouding tot hetgeen jaarlijks aan belasting is verschuldigd.
Wat in deze belangrijk is, is of de hoge winst structureel is en dat nu is vaak de onzekere factor en leidt vaak tot twijfel om het al dan niet door te zetten.
Wat in deze een mogelijkheid is, is om het voornemen om de rechtsvorm per 1 januari 2021 (lees: het kan nog terugwerken naar 1 januari) om te zetten naar een BV vast te leggen in een intentieverklaring en dat dan voor 1 oktober te laten registreren bij de Belastingdienst. Dan is er nog tot 1 april 2022 (= binnen 15 maanden na het overgangstijdstip 1 januari 2021) tijd om daadwerkelijk de onderneming in te brengen en de rechtsvorm om te zetten.
Dus als men nog twijfelt, doet men er goed aan voor 1 oktober a.s. actie te ondernemen. Op die manier ‘koopt’ men dus tijd. En men zit er niet aan vast. Het is immers een voornemen. Dus men kan ook nog besluiten ervan af te zien.
