Zoals bekend is de fiets in Nederland een populair vervoersmiddel. Brancheverenigingen BOVAG en RAI hebben recent geschat dat er in Nederland een totaal van 22,8 miljoen fietsen in omloop zijn. Minder bekend daarentegen zijn de fiscale regels rondom het zakelijk en/of het privégebruik van (elektrische) fietsen. Daarbij zijn deze regels ook nog eens recent gewijzigd. Daarom hier een overzicht van die regels.
Bijtelling privégebruik fiets t.w.v. < € 450
Mocht u aan de voorwaarden voldoen dan kunt u een fiets op naam van uw onderneming zetten. Eén van die voorwaarden is dat minstens 10% van de gereden kilometers zakelijk is. Alle kosten die u maakt zijn dan aftrekbaar van de winst. Hieronder vallen onder andere de aanschafprijs, onderhoud en verzekeringen. Daarbij kunt u de betaalde btw terugvorderen. Daarnaast kunt u zo goed als vrijuit uw fiets dus ook privé gebruiken.
Bijtelling privégebruik fiets t.w.v. > € 450 vanaf 2020
De regels veranderen als de fiets (exclusief btw) een hogere aanschafprijs heeft dan €450. De fiets komt dan namelijk op uw balans te staan. Door middel van bijvoorbeeld jaarlijks afschrijven levert dit fiscale aftrekposten op. Privégebruik wordt dan wel doorberekend. De Belastingdienst werkt sinds 1 januari 2020 met een vaste bijtelling van 7%. Dit betekent dat u jaarlijks 7% van de consumentenprijs (dat is incl. btw) van de fiets als loon in natura belast is bij de werknemer.
Hier een voorbeeld: u koopt zakelijk een elektrische fiets t.w.v. € 1.500. Vervolgens kunt u een btw-bedrag van € 260 terugvorderen. Eventueel komt u in aanmerking voor de kleinschaligheidsaftrek (als de investeringen in totaal meer zijn dan de daarvoor geldende drempel); u kunt dan nog eens € 347 in aftrek brengen. De fiets staat op de balans, dus kunt u de fiets in 5 jaar afschrijven; dat is een afschrijving van € 248 per jaar. Afhankelijk van uw situatie bespaart u op deze fiets dus tot € 1.046! Er is dan alleen nog belasting verschuldigd over de bijtelling van € 105 per jaar voor privégebruik.
