Uitgaven die door een vennootschap zijn gedaan ontberen slechts dan een zakelijk karakter aldus de Hoge Raad – en kunnen derhalve niet ten laste van de winst worden gebracht – indien en voor zover zij zijn gedaan ten behoeve van de persoonlijke behoeften van de aandeelhouder(s).
Onlangs heeft de rechtbank weer een arrest gewezen hierover. Een DGA van een BV had twee zeilschepen vanuit privé ingebracht in de BV en de kosten als zakelijk aangemerkt.
De inspecteur heeft naar het oordeel van de rechtbank aannemelijk gemaakt dat de uitgaven voor de schepen door belanghebbende uitsluitend zijn gedaan ter bevrediging van de persoonlijke behoeften van de (middellijk) aandeelhouder. Er lagen geen financiële haalbaarheidsonderzoeken of een bedrijfsplan aan ten grondslag en de schepen zijn nooit geëxploiteerd als charteronderneming, aangezien de daartoe vereiste vergunningen en certificaten niet zijn verkregen. De aftrek werd dus geweigerd en bovendien was sprake van een uitdeling.
