Wat te doen met de spaartax (XVIII)
Nieuws - 26 januari 2023

Wat te doen met de spaartax (XVIII)

Hierbij een  bericht van onze beroepsorganisatie, het SRA. De Belastingdienst legt weer definitieve aanslagen inkomstenbelasting op waarin box 3-inkomen is opgenomen. 

De Belastingdienst past uit eigen beweging het zogenoemde automatische rechtsherstel toe. Lees: men berekent het box 3-inkomen zowel volgens het systeem van de wet zoals deze ook al gold voordat het Kerstarrest (24-12-2021) werd gewezen als ook volgens de zogenoemde forfaitaire spaarvariant. Het laagste van deze twee wordt op de definitieve aanslag toegepast.

Omdat in veel gevallen het werkelijk behaalde rendement van de belastingplichtige (sterk) afwijkt van het door de Belastingdienst berekende box 3-inkomen en/of bij toepassing van de spaarvariant een gewijzigde partnerverdeling gunstiger kan zijn dan hetgeen de Belastingdienst toepast, wordt geadviseerd in dergelijke situaties tijdig bezwaar te maken tegen iedere definitieve aanslag inkomstenbelasting waarin box 3-inkomen is begrepen.

Het heeft alleen zin bezwaar te maken als het werkelijke inkomen lager is dan het in de aanslag vastgestelde box 3 inkomen. Bij fiscaal partners is het belangrijk beiden bezwaar te maken tegen de definitieve aanslagen.

Naar verwachting zullen er gedurende dit jaar en naar verwachting ook komende jaren bijzonder veel bezwaarschriften om deze reden worden ingediend. De koepelorganisaties (NBA, NOAB, NOB, RB en SRA), de Bond voor Belastingbetalers en de Consumentenbond zijn in overleg met het ministerie van Financiën en de Belastingdienst om te bezien of inzake deze bezwaren een aanwijzing 'massaal bezwaar' kan plaatsvinden.

Geen forfaitiare spaarvariant maar werkelijk behaalde rendement

Inhoudelijk gaat het om de vraag of de zogenoemde forfaitaire spaarvariant een juiste invulling is van het begrip 'werkelijk behaalde rendement' zoals verwoord in het Kerstarrest. Daarbij zijn deelvragen te benoemen die 'op stelselniveau' aan de orde zijn en zich dus in beginsel goed lenen voor een collectieve procedure.

Prejudiciële vraag EHRM

In dit verband heeft het SRA bij het ministerie aangegeven dat het in het belang is van zowel de Belastingdienst, belastingplichtigen en hun adviseurs, om via efficiënte afspraken duidelijkheid hierover te verkrijgen van de hoogste belastingrechter. Mogelijk worden daarbij ook prejudiciële vragen aan het EHRM gesteld. Idealiter wordt dan een rechtsvraag geformuleerd inzake de forfaitaire spaarvariant die in enkele geselecteerde proefprocedures aan de belastingrechter wordt voorgelegd.

Echter, zo lang een dergelijke toezegging niet wordt gedaan, zal steeds individueel tijdig en juist bezwaar moeten worden gemaakt door/namens iedere belastingplichtige die belang heeft bij deze rechtsvraag. Tevens zal in het bezwaarschrift ook een verzoek om vergoeding van rente, conform de uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden d.d. 17 januari jl, ECLI:NL:GHARL:2023:349, worden opgenomen.

Niet-bezwaarmakers periode 2017-2020

Voor niet-bezwaarmakers over de periode 2017-2020 is door de publicatie in de Staatscourant een procedure 'massaal bezwaar-plus' officeel gemaakt. Dus niet -bezwaarmakers met box 3 inkomen over de jaren 2017-2020 hoeven dus geen actie te ondernemen. Belastingplichtigen die al een bezwaar of verzoek om ambtshalve vermindering over die jaren hebben ingediend, krijgen de komende periode een informatiebrief van de Belastingdienst. Voor informatie hieromtrent zie HIER.