Voorjaarsnota 2022
Nieuws - 23 mei 2022

Voorjaarsnota 2022

Het kabinet heeft haar plannen bijgesteld en kenbaar gemaakt middels een voorjaarsnota. Deze bevat een bijwerking van de begroting voor 2022 en de plannen voor 2023 en verder.

1. Vpb: verlagen schijfgrens naar 200.000

De schijfgrens wordt verlaagd van 395.000 euro naar 200.000 euro vanaf 2023 met een budgettaire opbrengst van 1,3 miljard euro. Hierdoor betalen bedrijven eerder het hoge Vpb-tarief van 25,8 procent.

2. Box 3 voorgenomen verhoging Heffingsvrije vermogen terugdraaien

In het coalitieakkoord is een maatregel opgenomen om het heffingsvrij vermogen in box 3 in drie stappen te verhogen van 50.650 euro nu naar uiteindelijk circa 80.000 euro. Het niet doorvoeren van deze verhoging levert structureel 300 miljoen euro op.

3. Box 2: twee schijven 26 procent en 29,5 procent per 2024

Introductie van twee schijven in box 2 met een basistarief van 26 procent voor de eerste 67.000 euro aan inkomsten per persoon en een tarief van 29,5 procent voor het meerdere. Deze maatregel levert 70 miljoen euro per jaar op.

4. Box 2: doelmatigheidsmarge van 25 procent naar 15 procent

De doelmatigheidsmarge heeft tot gevolg dat het loon voor de directeur-grootaandeelhouder (dga) 25 procent lager gesteld mag worden dan het loon dat normaal is voor het niveau en de duur van de arbeid van de dga. Deze marge wordt verlaagd naar 15 procent, waardoor dga’s meer belasting in box 1 gaan betalen. Dit levert in het eerste jaar 321 miljoen euro op. In latere jaren daalt deze opbrengst, doordat het hogere loon leidt tot een kleinere fiscale claim in box 2. De structurele opbrengst bedraagt 25 miljoen euro.

5. Box 2 en 3: Afbouw algemene heffingskorting met verzamelinkomen

Door deze maatregel gaat, naast het box 1-inkomen, ook het inkomen uit box 2 en 3 meetellen voor de afbouw van de algemene heffingskorting. Hierdoor ontvangen mensen die voornamelijk inkomen hebben in box 2 of 3 een lagere korting op de te betalen belasting. Deze maatregel wordt ingevoerd per 2025 en levert 325 miljoen euro op.

6. 30%-regeling beperken tot Balkenende-norm

Werknemers die vanuit een ander land naar Nederland komen om te werken kunnen dankzij de 30%-regeling maximaal 30 procent van hun loon onbelast  ontvangen. Als gevolg van deze maatregel geldt de regeling nog tot maximaal de WNT-norm (2022: 216.000 euro). Deze maatregel levert  structureel 85 miljoen euro op en kent door een overgangsregeling een  ingroeipad van drie jaar.

7. Algemeen tarief overdrachtsbelasting van 9 procent naar 10,1 procent

Het algemeen tarief van de overdrachtsbelasting wordt verhoogd van 9 procent naar 10,1 procent. Het algemeen tarief geldt niet voor de verkrijging van woningen door mensen die deze zelf langdurig gaan bewonen. Deze tariefsverhoging geldt met name voor verkrijgingen niet-woningen en voor verkrijgingen van woningen door rechtspersonen en natuurlijke personen die niet zelf (anders dan tijdelijk) de woningen als hoofdverblijf gebruiken. Deze maatregel komt bovenop de verhoging uit het coalitieakkoord van 8 procent naar 9 procent en levert 325 miljoen euro op.

8. Afschaffen IOAOW

De inkomensondersteuning AOW (IOAOW) wordt stapsgewijs verlaagd in 2023 en 2024 en afgeschaft vanaf 2025. Hiermee wordt een deel van de uitgaven gedekt van de koppeling van de AOW aan de stapsgewijze verhoging van het wettelijk minimumloon (WML) per 2023.

9. Terugdraaien voorgenomen verhoging ouderenkorting

Het terugdraaien van de verhoging van de ouderenkorting uit het coalitie-akkoord met 376 euro levert 0,6 miljard euro op. Dit raakt ouderen met  (hoge) middeninkomens, maar niet de laagste inkomens (zij verzilveren de ouderenkorting niet) en de hoogste inkomens (zij hebben geen recht op ouderenkorting).

10. Afschaffen Fiscale oudedagsreserve (FOR)

De FOR wordt afgeschaft in de vorm van het met ingang van 1 januari 2023 niet meer fiscaal gefaciliteerd mogen opbouwen van de FOR, waarbij de bestaande reeds opgebouwde FOR nog wel op basis van de huidige regels kan worden afgewikkeld. Dit levert structureel 109 miljoen euro per jaar op.

11. Onbelaste reiskostenvergoeding 1 jaar naar voren

De verhoging van de onbelaste reiskostenvergoeding wordt met een jaar versneld. De kosten hiervoor bedragen 200 miljoen euro in 2023 en 200 miljoen euro in 2024. Vermoedelijk stijgt het bedrag in 2023 naar 21 cent en in 2024 naar 23 cent per kilometer.