Verhuurt u regelmatig een eigen (gemeubileerde) vakantiewoning
Nieuws - 24 januari 2022

Verhuurt u regelmatig een eigen (gemeubileerde) vakantiewoning

 

Dan loopt u het risico dat de Belastingdienst dat gaat beschouwen als de exploitatie van een vakantiebestedingsbedrijf en dat u zichzelf als ondernemer voor de BTW moet aanmelden bij de Belastingdienst.

9% - tarief

De verhuur in het kader van een vakantiebestedingsbedrijf voor een korte duur valt onder het (verlaagde) 9%-tarief. Het verhuren van inventarisgoederen en andere benodigdheden valt eveneens onder het verlaagde tarief. Denk dan aan het verstrekken van bad- en bedlinnen en extra dekens en de verhuur van ligstoelen. Het voordeel van dit alles is dat u dan ook de voorbelasting kunt aftrekken en die zal veelal 21% zijn. 

Verblijf voor korte duur

Een vereiste voor de toepassing van het verlaagde tarief is dat het wordt verstrekt aan personen die daar voor een korte tijd verblijf houden. De staatssecretaris heeft aangegeven dat bij een verblijf van maximaal zes maanden aannemelijk is dat sprake is van kort verblijf. Bij een langer verblijf ligt het op de weg van de ondernemer aannemelijk maken dat sprake is van kort verblijf.

Beoogde duur verblijf

In de literatuur is de vraag gesteld of bij de beoordeling van de duur van het verblijf rekening moet worden gehouden met de beoogde duur van het verblijf in gevallen dat het verblijf langer heeft geduurd dan de bedoeling was. De staatssecretaris hecht belang of in het huurcontract een maximale huurtermijn van zes maanden is bedongen.

Andere beoordelingsaspecten

De Hoge Raad heeft geoordeeld dat van een kort verblijf sprake is als het gaat om verblijfsruimten die zijn toegerust om daarin kort te verblijven zonder dat de tijdelijke bewoner is belast met de zorg voor de inventaris. Voor de beoordeling of sprake is van verblijf voor een korte periode is niet relevant of al dan niet sprake is van bijkomend dienstbetoon.