Verbeteringen in btw-regels voor grensoverschrijdende transacties per 1 januari 2020
Nieuws - 21 oktober 2019

Verbeteringen in btw-regels voor grensoverschrijdende transacties per 1 januari 2020

In december 2018 heeft de Europese Unie een richtlijn vastgesteld voor verbeteringen in het btw-stelsel voor grensoverschrijdende transacties. Door aanpassingen in de Wet OB 1968 worden per 1 januari 2020 verbeteringen doorgevoerd op de volgende onderdelen:

  • voorraad op afroep;
  • ketentransacties;
  • bewijs van verzending of vervoer;
  • btw-identificatienummer.

Voorraad op afroep
Ondernemer A is in Nederland gevestigd. Ondernemer A kan er belang bij hebben om voorraad over te brengen naar het buitenland, dicht bij zijn afnemers en deze voorraad daar te houden. Deze overbrenging naar zijn eigen magazijn heeft gevolgen voor de btw. De ondernemer moet namelijk ook een btw-registratie in het buitenland hebben. De volgende aanpassing wordt doorgevoerd: Wanneer Ondernemer A vóór de fysieke overbrenging van de voorraad al weet wie de afnemer zal zijn, hoeft Ondernemer A zich niet meer in dat land te registreren en aangifte te doen.

Ketentransacties
Goederen kunnen in een keten verkocht worden van A aan B aan C enz. De goederen worden rechtstreeks van A naar C vervoerd. Wanneer A, B en C allen in verschillende lidstaten zijn gevestigd, is het lastig om vast te stellen waar de intracommunautaire levering plaats vindt. De volgende aanpassing wordt doorgevoerd: de wet bepaalt welke van de opvolgende leveringen in de keten als intracommunautaire levering moeten worden aangemerkt.

Bewijs van verzending
Bij intracommunautair vervoer moet er sprake zijn van een grensoverschrijdende levering binnen de lidstaten, om het nihil tarief te kunnen toepassen. Het vervoer moet door middel van bewijs kunnen worden aangetoond. In de lidstaten werd op verschillende manieren getoetst of de goederen naar een andere lidstaat waren vervoerd. Dit leidde tot onzekerheid bij bedrijven. Nu is vastgelegd hoe aangetoond kan worden dat de goederen zijn vervoerd naar een andere lidstaat en op die manier terecht geen btw op de factuur in rekening is gebracht.    

Btw-identificatienummer
Bij intracommunautaire leveringen was een btw-nummer van de afnemer vereist om het nihil tarief te kunnen toepassen. Echter, het Hof van Justitie vond de aanwezigheid van een juist btw-nummer geen vereiste voor toepassing van het nihil tarief. Per 1 januari 2020 is het vermelden van een juist btw-nummer van de afnemer als vereiste gesteld om het nihil-tarief te mogen toepassen. Ook het indienen van een juiste periodieke ICP-opgave geldt als voorwaarde voor toepassing van het nihil tarief. Indien de ondernemer hier niet aan voldoet, vervalt de mogelijkheid om het nihil tarief toe te passen.