Bij een turboliquidatie van een B.V. is geen vereffening nodig en kan de ontbinding van een rechtspersoon snel worden afgewikkeld. Een besluit van de vergadering van aandeelhouders volstaat i.c.m. het formulier 17a. Beiden kunnen dan met een kopie van het id-bewijs van de bestuurder naar de KvK gezonden worden.
Een turboliquidatie wordt gedaan bij B.V.’s waar geen baten meer inzitten en ook niet of niet noemenswaardig in hebben gezeten. Het betreft hier dus lege B.V.’s. Mochten er toch nog schuldeisers zijn en er is niettemin de turboliquidatie toegepast, dan kan de schuldeiser alsnog via de rechter om vereffening vragen. De rechter kan de ontbinding dan terugdraaien en de rechtspersoon failliet verklaren. Dat kan dan de weg vrij maken om de bestuurder aan te spreken. De curator zal dan nagaan of de bestuurder zaken heeft gedaan dan wel nagelaten die verwijtbaar zijn met alle gevolgen van dien.
Er is een wetsvoorstel dat schuldeisers beter moet beschermen bij turboliquidatie. Bedrijven moeten dan duidelijk kunnen aantonen dat een turboliquidatie noodzakelijk was. Het bestuur van een organisatie wordt bovendien verplicht een slotbalans op te stellen. De ingangsdatum van deze wet is nog niet bekend, maar men doet er goed aan om dit al vast voor en over te gaan tot een turboliquidatie, maar dan enkel in het geval van een lege B.V. Gaat het niet om een lege B.V., kan beter het hele proces van een liquidatie afgelegd worden (zie HIER).
