Terugwerkende kracht van drie maanden bij ruisende omzetting van uw onderneming in een B.V.
Nieuws - 11 maart 2020

Terugwerkende kracht van drie maanden bij ruisende omzetting van uw onderneming in een B.V.

 

Als u overweegt de rechtsvorm van uw onderneming om te zetten in een B.V., dan is het wel zo praktisch als u fiscaal als overgangstijdstip zou kunnen kiezen voor een balansdatum zoals 1 januari 2020. Dat scheelt immers administratieve lasten.

Het voornemen om de onderneming te exploiteren namens de nog op te richten B.V. kunt u vastleggen in een zogenaamde voorovereenkomst.

In principe kan het overgangstijdstip van de heffing van inkomstenbelasting naar vennootschapsbelasting niet liggen vóór het moment waarop u voorovereenkomst hebt gesloten.

Als u kiest voor een ruisende inbreng (= met afrekenen), staat de staatssecretaris van Financiën toe dat aan de voorovereenkomst terugwerkende kracht wordt toegekend van (maximaal) drie maanden.

Aan het verlenen van terugwerkende kracht van de voorovereenkomst zijn de volgende voorwaarden verbonden:

  1. Als u dus wilt gaan voor 1 januari als overgangstijdstip, moet u voor 1 april a.s. de voorovereenkomst tekenen en ook laten registreren middels het daarvoor geldende geleideformulier (zie: HIER)
  2. Het verlenen van terugwerkende kracht leidt niet tot het behalen van een incidenteel fiscaal voordeel.
  3. De inbrenger claimt in de voor-voorperiode (= periode tussen 1 januari en de datum van ondertekening van de voorovereenkomst) voor de heffing van inkomstenbelasting geen ondernemersfaciliteiten.
  4. De B.V. komt binnen negen maanden na de aanvang van de voor-voorperiode tot stand en de inbreng vindt eveneens plaats binnen die termijn.