Als een dga uitgaven doet voor zijn B.V., is het raadzaam ervoor te zorgen dat de facturen op naam van de B.V. staan. Dit maakt het gemakkelijker voor de B.V. om de btw op die facturen af te trekken als voorbelasting.
Een man hield 100% van de aandelen in een B.V. met twee dochtervennootschappen. Met een van deze dochters vormde de B.V. een fiscale eenheid (FE) voor de omzetbelasting. De dga en zijn echtgenote lieten een woning bouwen op hun perceel. Deze woning bevatte kantoorruimtes en vier parkeerplaatsen. De FE gebruikte de kantoorruimtes en de parkeerplaatsen. Zij wil graag de btw op de bouwkosten van de kantoorruimtes aftrekken. De aannemer heeft echter de facturen gesteld op naam van het echtpaar. Hoewel hij toezegt de facturen te zetten op naam van de B.V., zal dat waarschijnlijk niet meer gebeuren. De aannemer gaat namelijk failliet. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt daarom dat de fiscus de aftrek voorbelasting mag weigeren. Maar zelfs al waren de facturen op de juiste naam gezet, dan nog had het in deze zaak weinig uitgemaakt. De B.V. verricht namelijk bijna uitsluitend vrijgestelde prestaties en kan daardoor sowieso de voorbelasting niet terug vragen.
