Schijnzelfstandigheid – plan van aanpak kabinet
Nieuws - 29 juni 2022

Schijnzelfstandigheid – plan van aanpak kabinet

In de afgelopen decennia is het onderscheid tussen werknemers en zelfstandigen en de bestrijding van schijnzelfstandigheid vaak onderwerp van discussie geweest.

Van 2005 tot 2016 bestond de zogenoemde Verklaring arbeidsrelaties (VAR). De VAR bood een oordeel vooraf door de Belastingdienst op basis van gegevens verstrekt door de VAR-aanvrager (de opdrachtnemer) bij het verzoek om afgifte van een VAR. 

Met de invoering van de Wet Deregulering beoordeling arbeidsrelatie (Wet DBA) in 2016 werd de VAR afgeschaft. Daarbij werd de mogelijkheid van de modelovereenkomst geïntroduceerd om duidelijkheid te geven over de kwalificatie van een arbeidsrelatie. Mede doordat de modelovereenkomsten nog in ontwikkeling waren, ontstond in de markt onduidelijkheid en onzekerheid over de juiste juridische vorm van (bestaande) arbeidsrelaties. Door de onrust die in de markt ontstond, is besloten de handhaving door de Belastingdienst op te schorten. Dit handhavingsmoratorium geldt nog tot op de dag van vandaag en ook de onzekerheid.

De rapporten van de Algemene Rekenkamer (ARK) en de Auditdienst Rijk (ADR) maken duidelijk dat er niet één simpele oplossing bestaat voor de problematiek van de schijnzelfstandigheid. Het kabinet kiest ervoor om de komende tijd maatregelen te nemen langs drie lijnen. De drie lijnen zijn als volgt:

  1. De inzet op een gelijker speelveld voor contractvormen wat betreft arbeidsrecht, sociale zekerheid en fiscaliteit;
  2. Meer duidelijkheid over de vraag wanneer gewerkt wordt als werknemer dan wel als zelfstandige buiten dienstbetrekking (beoordeling van arbeidsrelaties) alsmede het ondersteunen van werkenden om hun rechtspositie op te eisen, en;
  3. Het verbeteren van toezicht en handhaving op schijnzelfstandigheid.

Op de lijnen 1 en 2 zijn de afgelopen jaren al stappen gezet die de aankomende jaren worden doorgetrokken en/of verder uitgewerkt. Voor lijn 3 is het onze ambitie om de handhaving door de Belastingdienst te versterken en het handhavingsmoratorium volledig op te heffen per 1 januari 2025, of eerder indien mogelijk. Daarnaast wordt binnen het bestaande kader inzet gepleegd op toezicht en handhaving. 

Reeds gedurende dit jaar zal de effectieve inzet van de beschikbare capaciteit worden vergroot, waarbij wordt toegewerkt naar een volledige inzet van de gereserveerde capaciteit en het uitvoeren van meer bedrijfsbezoeken en boekenonderzoeken, onder de voorwaarde dat er geen nieuwe lockdowns komen.

Om te voorkomen dat bij het opheffen van het handhavingsmoratorium een soortgelijke maatschappelijke onrust als in 2016 ontstaat, beziet het kabinet de komende tijd hoe dit zorgvuldig kan worden aangepakt. Hierbij zal de Belastingdienst een uitvoeringstoets doen en zal er een MKB-toets plaatsvinden. Verder zullen ook het UWV en de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) de gevolgen van de opheffing voor hen in kaart brengen. Tevens worden sociale partners en stakeholders in sectoren zoals onderwijs, zorg, cultuur en bouw betrokken, om de maatschappelijke gevolgen te helpen inschatten en te mitigeren. Tot slot wordt momenteel een communicatieplan uitgewerkt voor de communicatieactiviteiten in aanloop naar de afschaffing van het handhavingsmoratorium en de verdere vormgeving daarvan.

In het najaar volgt een gezamenlijke brief van de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst en de Minister van SZW, mede namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK), over het ‘werken als zelfstandige’. Hierin wordt onder andere meer concreet wordt aangegeven per wanneer en op welke wijze het handhavingsmoratorium kan worden opgeheven.

Tja, veel woorden maar het komt er op neer dat de onzekerheid nog voort zal duren. Feit is dat de Wet DBA er voor heeft gezorgd dat de aansprakelijkheid kwam te liggen bij de opdrachtgever en niet langer de opdrachtnemer en dat blijft zolang de Wet DBA niet van tafel is en dat dan mogelijk nog 2 ,5 jaar en wie weet nog langer. De modelovereenkomsten creëren i.e.g. (nog steeds) niet de gewenste duidelijkheid.

Voor de kabinetsreactie klik HIER.