De maatschappelijke wens om van het huidige forfaitaire box 3-stelsel (belasting op inkomen uit vermogen) over te stappen naar een stelsel op basis van werkelijk rendement is groot. Het demissionaire kabinet deelt deze wens.
De afgelopen jaren is onderzocht hoe een nieuw stelsel kan worden vormgegeven, zodat de werkelijke inkomsten worden belast, het zogeheten werkelijk rendement. De uitkomsten van dit technische onderzoek zijn opgenomen in een voorstel dat kan fungeren als bouwsteen en hulpmiddel voor een nieuw kabinet.
Opzet nieuwe stelsel
Het uitgangspunt van het beoogde stelsel is dat de werkelijke inkomsten worden belast, het zogeheten werkelijk rendement. Dit werkelijk rendement bestaat uit het directe rendement, zoals rente, huur en dividend met aftrek van kosten. Daarnaast bestaat het behaalde rendement ook uit indirect rendement, de positieve of negatieve waardeontwikkeling van bijvoorbeeld aandelen of vastgoed. De waardeontwikkeling wordt in principe jaarlijks belast. Als er sprake is van een verlies, dan mogen de verliezen verrekend worden met box 3-inkomen uit andere jaren. Wel zal er sprake zijn van een verliesdrempel.
Voor een aantal vermogensbestanddelen, zoals vastgoed, grond, minder dan 5%-aandelenpakketten in familiebedrijven en start- en scale-ups, is het uitgangspunt om de waardeontwikkeling pas bij realisatie te belasten, de zogeheten vermogenswinstbelasting. Ook bij een vermogenswinstbelasting worden echter de directe inkomsten, zoals huur, belast. Werkelijke kosten zijn aftrekbaar.
Sommige belastingplichtigen hebben in box 3 een (vakantie)woning voor eigen gebruik. Om de belastingheffing voor deze groep eenvoudig te houden, is een van de voorstellen om voor deze woning in box 3 een forfait te gebruiken. Dit forfait is een vast percentage van de WOZ-waarde. Om gebruik te kunnen maken van dit forfait, worden eisen gesteld aan de mate van eigen gebruik. Een woning die het volledige jaar aan een derde wordt verhuurd, zal onder de vermogenswinstbelasting vallen. In dat geval zijn de werkelijke huurinkomsten en de waardeontwikkeling (bij verkoop) belast. Dit geldt ook voor andere woningen die een belastingplichtige naast dit ene huis voor eigen gebruik kan hebben in box 3. De eerste eigen woning (hoofdverblijf) wordt nog steeds belast in box 1, dat verandert niet ten opzichte van de huidige situatie.
Het voorstel is daarnaast om in het nieuwe stelsel het huidige heffingvrije vermogen te vervangen door een heffingvrij inkomen. Dit betekent dat een deel van de inkomsten die met het vermogen behaald worden vrijgesteld is van belasting, in plaats van een bepaalde waarde van het vermogen.
Vervolg
Hoewel het demissionaire kabinet een nieuw stelsel niet meer kan invoeren, is het belangrijk om wel te starten met de internetconsultatie voor het nieuwe stelsel om verdere vertraging te voorkomen. De beoogde ingangsdatum is immers 1 januari 2027.
Nederlanders kunnen door middel van een internetconsultatie inbreng leveren op de vormgeving van een nieuw box 3-stelsel. Met de uitkomsten van de internetconsultatie kan het nieuwe kabinet eventueel een snelle start maken met de verdere vormgeving en het invoeren van een nieuw stelsel. Reageren kan tot en met 20 oktober. Voor de internetconsultatie klik HIER.