Veel ondernemers worstelen met het UBO-register getuige ook het feit dat op de sluitingsdatum van inschrijving (27 maart 2022) minder dan 40% van de juridische entiteiten de UBO’s waren geregistreerd.
De minister van Financiën heeft in antwoorden op Kamervragen gemeld dat:
- ze de zorgen van ondernemers begrijpt;
- het UBO-register volgens haar een belangrijk middel is in de strijd tegen witwassen en terrorismefinanciering;
- bij de implementatie en in het parlementaire traject veel aandacht is uitgegaan naar de privacyaspecten van het UBO-register;
- Nederland gebruik heeft gemaakt van alle lidstaatopties om de privacy-impact te beperken en daarnaast ook nog aanvullende maatregelen genomen.
Voorts meldt ze dat het in Nederland:
- mogelijk is om onder bepaalde voorwaarden afscherming van de openbare gegevens te verzoeken;
- vereist is zich te registreren alvorens de gegevens te kunnen raadplegen;
- zo geregeld is dat enkel gezocht kan worden op entiteit en niet op naam van de UBO’s;
- mogelijk is inzicht te krijgen in het aantal raadplegingen.
De beantwoording komt er op neer dat zij geen aanleiding ziet de UBO-registratie uit te stellen. Ook de prejudiciële vragen zijn voor haar geen aanleiding uitstel te verlenen.
Voorts meldt ze in haar brief aan de kamer dat het niet voldoen aan de registratieplicht in het UBO-register een overtreding is van de Handelsregisterwet en daarnaast een economische delict. Dat betekent dat verschillende sancties opgelegd kunnen worden, waaronder een bestuurlijke boete, een last onder dwangsom, en in zeer uitzonderlijke gevallen een gevangenisstraf.
