Evaluatie Bedrijfsopvolgingsregeling
Nieuws - 1 juni 2022

Evaluatie Bedrijfsopvolgingsregeling

Als een familiebedrijf wordt overgedragen naar de volgende generatie, wordt vaak gebruik gemaakt van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) in de Successiewet en de doorschuifregeling (DSR) in de Inkomstenbelasting. Het doel van deze fiscale regelingen is te voorkomen dat belastingheffing bij overdracht de continuïteit van bedrijven in gevaar brengt.

Het CPB heeft onderzocht in hoeverre de BOR en de DSR doeltreffend, noodzakelijk en doelmatig zijn en constateert dat beide regelingen doeltreffend zijn doordat zij belastingheffing grotendeels voorkomen (BOR) of uitstellen (DSR). Voor het hele rapport van het CPB klik HIER.

BOR

Het CPB constateert wel dat de BOR bij een substantieel deel van de overdrachten niet noodzakelijk is, doordat er bij de erflaters, schenkers en/of verkrijgers voldoende vrije middelen aanwezig zijn om de belasting direct volledig te voldoen. Van de overdrachten die plaatsvonden in de periode 2010-2017 vindt het CPB dat er bij 76% van de erfenissen voldoende vrije privémiddelen aanwezig waren bij de verkrijger (inclusief de vrije middelen in de erfenis) om de erfbelasting direct te betalen zonder BOR. Bij schenkingen is dit percentage 41% als het CPB kijkt op het niveau van de voortzetter.

Overwogen kan worden aldus het CPB om de vrijstelling vanuit de BOR te laten vervallen en te vervangen door een verruimde betalingsregeling. Op basis van de beschikbare gegevens kan niet onderbouwd worden dat een ruimere betalingsregeling (zonder vrijstelling) onvoldoende zou zijn om het doel van continuïteit te bereiken.

DSR

De noodzakelijkheid en doelmatigheid van de doorschuifregelingen heeft het CPB kwantitatief niet toetsen toetsen, doordat de omvang van de belastingclaim die wordt doorgeschoven niet bekend is. Het verdient aanbeveling om het gebruik van de doorschuifregelingen beter te registreren en in aangiftes op te nemen. Een betere registratie van verkrijgingsprijzen geeft beleidsmakers een beter zicht in de omvang van ondernemingsvermogens en van de belastingclaim die hier nog op rust. 

NB: de 'bal' ligt nu bij het kabinet om te kijken of en in hoeverre deze fiscale regelingen moeten worden aangepast.