Eten en drinken voor uw personeel: aftrek voorbelasting (III)
Nieuws - 19 mei 2017

Eten en drinken voor uw personeel: aftrek voorbelasting (III)

Voorbeeld

U koopt voor € 2.500 eten en drinken in voor uw personeelskantine.
Uw omzet van de kantine is € 1.125. U hebt 10 werknemers in dienst die gebruikmaken van de kantine.

Aanschafkosten eten en drinken

€ 2.500

A

Opslag 25%

€ 625

B

A + B

€ 3.125

C

omzet kantine

€ 1.125

D

Verschil (positief)

€ 2.000 (€ 3.125 - € 1.125)

E

Bevoordeling per werknemer
Deel uitkomst E door het aantal werknemers
dat gebruikmaakt van de kantine

€ 200 (€ 2.000 / 10)

F

 

Al uw werknemers hebben een kerstgeschenk gekregen van € 25. Naast het kerstgeschenk hebben 4 werknemers een horloge gekregen van € 100.

  • Bij de 6 werknemers die alleen het kerstpakket krijgen, maakt u de volgende berekening: € 200 (kantine) + € 25 (kerstgeschenk) = € 225. Dit is minder dan het drempelbedrag van € 227. U mag de btw over alle kosten aftrekken.
  • Bij de 4 werknemers die ook het horloge krijgen, maakt u de volgende berekening: € 200 (kantine) + € 25 (kerstgeschenk) + € 100 (horloge) = € 325. Dit is meer dan € 227. De btw op de kantineverstrekkingen wordt gecorrigeerd: € 200 x 6% x 4 werknemers = € 48. Aan overige voorzieningen gaf u € 125 uit. Dit is minder dan € 227. U mag de btw over deze kosten aftrekken.