De Bezitseis in de bedrijfsopvolgingsregeling
Nieuws - 25 juni 2020

De Bezitseis in de bedrijfsopvolgingsregeling

In de successiewet is er een bedrijfsopvolgingsregeling opgenomen. Om van die regeling gebruik te kunnen maken moet voldaan zijn aan de zogenaamde dubbele bezitseis:

1.       De schenker of erflater moet op het moment van de bedrijfsopvolging minimaal vijf jaar (bij schenking) of één jaar (bij overlijden) in bezit is geweest van het ondernemingsvermogen (of  aanmerkelijk belangaandelen);

2.       De vennootschap waarvan de aandelen worden overgedragen of wier aandelen vererven, heeft ten minste vijf jaar (bij schenking) of één jaar (bij overlijden) voorafgaand aan de schenking respectievelijk het overlijden de (eventueel aan haar toegerekende) onderneming gedreven.

Ondernemingseis

Voor punt 2 hierboven (lees: de ondernemingseis) is van belang of er in de vermelde periode deelnemingen zijn verkregen met afzonderlijke objectieve ondernemingen. Deze voldoen immers niet aan de ondernemingseis. Als er enkel activa zijn overgenomen in een bestaande onderneming en die overgenomen activa objectief gezien geen objectieve onderneming vormen, kan de stelling ingenomen worden dat dan toch voldaan is aan de ondernemingseis. De Belastingdienst kan echter nog wel de stelling innemen dat de overgenomen zaken wel een objectieve onderneming vormden en dat voor dat deel dus niet voldaan is aan de ondernemingseis. Voorzichtigheid is dus geboden.