Certificeren van vermogen
Nieuws - 22 maart 2023

Certificeren van vermogen

In de praktijk komt het voor dat bijvoorbeeld ouders vermogen onderbrengen in een stichting teneinde dit vermogen bij elkaar te houden zonder dat later de kinderen onderling daar onenigheid over kunnen krijgen.

Wat kan je certificeren

Wat voor soort vermogensbestanddelen zijn zoal te certificeren ? Denk dan bijvoorbeeld aan aanmerkelijk belang aandelen, Onroerend Goed, effecten, paarden, etc.

Splitsen juridisch en economisch eigendom

De stichting verkrijgt dus het vermogen en in ruil daardoor geeft zij certificaten uit. De zeggenschap rust dan voortaan bij de stichting evenals het juridisch eigendom, maar de ouders (en later de kinderen als erfgenamen) verkrijgen de certificaten en daarmee het economisch eigendom van het vermogen. Het bestuur van de stichting beheert het vermogen en beslist wat er mee moet gebeuren ten gunste van de certificaathouders. Certificering geeft dus veel bewegingsvrijheid. Men is namelijk vrij om in de administratievoorwaarden op te nemen wat men wil.

Bestuur van de stichting

Als later de kinderen erfgenaam worden, worden ze dat van de certificaten. Maar vererving houdt dus niet in dat ze gelijk zitting nemen in het bestuur van de stichting. Dat hangt af van wat erover in de administratievoorwaarden is bepaald. Aanvankelijk zullen beide ouders het bestuur vormen van de stichting en als beiden komen te overlijden zal dat vaak een bevriende relatie zijn met verstand van zaken of een combinatie van erfgenamen en die bevriende relatie en dan zal ook de stemverhouding goed omschreven staan. Voordeel is in ieder geval dat er geen onenigheid kan ontstaan tussen de kinderen. Belangen kunnen immers anders zijn. En soms moet iemand tegen zichzelf in bescherming genomen worden.

Waardering van certificaten in box 3

Bij de waardering van tot de rendementsgrondslag behorende bezittingen en schulden geldt de waarde in het economisch verkeer op 1 januari als uitgangspunt. En daarbij gaat het over de waarde van het certificaat zelf. En die waarde geldt dan als overige bezitting. Als de stichting dus bijvoorbeeld het juridisch eigendom van Onroerend Goed heeft en daartegenover een schuld heeft, wordt het saldo als grondslag genomen voor het bepalen van de grondslag waarover het forfaitaire rendement van overige bezittingen wordt toegepast. Er wordt dan niet apart het hoge (2022: 5,53%) forfait toegepast over enerzijds het Onroerend Goed en anderzijds het lage (2022: 2,28%) forfait op schulden. Om die reden is het dus fiscaal gunstig om vermogen in dit soort situaties gecertificeerd te hebben.

Belastingdienst gaat gecertificeerd vastgoed monitoren.

Vanwege het fiscale voordeel van salderen zoals hiervoor uitgelegd, gaat de belastingdienst de komende tijd monitoren of dergelijke structuren vaker (gaan) voorkomen en enkel gericht zijn om dit fiscale voordeel te behalen.