Stel je schrijft je in als ondernemer en doet investeringen met als intentie daar opbrengst uit te verkrijgen. Dus je doet min of meer voorbereidende activiteiten. De vraag is dan of je de BTW in aftrek kan nemen, immers er is (nog) geen omzet.
Het Hof van Justitie van de EU heeft in 1985 beslist (in het zogenaamde Rompelmanarrest) dat ook voorbereidende activiteiten al als een economische activiteit kunnen worden gerekend en dat de (op die investering drukkende) voorbelasting al bij de inkoop van goederen en diensten in aftrek kan worden genomen. Daartoe hoeft niet gewacht te worden totdat (i.c. het onroerende goed daadwerkelijk wordt geëxploiteerd en) er belaste inkomsten zijn.
Belangrijk in deze is aldus de uitspraak dat diegene die op deze grond als belastingplichtige wil worden aangemerkt en dus de BTW wenst terug te vragen, moet aantonen dat aan de voorwaarden is voldaan en dat de objectieve wilsverklaring wordt ondersteund door objectieve gegevens en die kunnen van geval tot geval verschillen.
