Btw-heffing bij werkzaamheden van toezichthouders en van leden van diverse commissies
Nieuws - 25 mei 2021

Btw-heffing bij werkzaamheden van toezichthouders en van leden van diverse commissies

 

De staatssecretaris heeft middels een besluit van 28 april jl duidelijkheid geschept over de btw positie in geval van werkzaamheden van toezichthouders en van leden van diverse commissies en dat naar aanleiding van diverse arresten.

De arresten uit 2019

Uit deze arresten volgt dat afhankelijk van de juridische en feitelijke context de zelfstandigheid in de uitoefening van werkzaamheden ook kan ontbreken als personen niet in loondienst zijn. Dit kan zich met name voordoen bij leden van een bij wet of statuten ingesteld orgaan van een rechtspersoon, die geen individuele verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid dragen voor de als zodanig uitgevoerde werkzaamheden die zijn uitgevoerd in het kader van de juridische vertegenwoordiging van die rechtspersoon.

Wat zegt de BTW-richtlijn

Volgens de BTW-richtlijn ontbreekt de vereiste zelfstandigheid in ieder geval voor loontrekkenden en voor andere personen voor zover zij met hun werkgever een arbeidsovereenkomst hebben aangegaan of enige andere juridische band hebben waaruit een verhouding van ondergeschiktheid ontstaat ten aanzien van de arbeids- en bezoldigingsvoorwaarden en de verantwoordelijkheid van de werkgever.

Verduidelijking BTW-positie middels een besluit 

Het besluit gaat in op 4 situaties waarin beschreven wordt wanneer een commissaris geen btw in rekening hoeft te brengen..

A: De natuurlijke persoon die op persoonlijke titel, al dan niet op voordracht, wordt benoemd in een toezichthoudend orgaan van een rechtspersoon, welk toezichthoudend orgaan zijn directe wettelijke grondslag vindt in het publiek- of privaatrecht, treedt hierbij niet zelfstandig op. Hierbij geldt dat diegene op basis van dat recht en de statuten zijn toezichthoudende werkzaamheden verricht als statutair lid van het toezichtsorgaan en juridisch de rechtspersoon vertegenwoordigt voor namens het toezichtsorgaan uitgevoerde handelingen. Daarnaast blijkt uit de statuten en daarop gebaseerde reglementen dat hij de toezichtwerkzaamheden als geheel op naam van en onder verantwoordelijkheid van het toezichthoudende orgaan verricht.

B: Natuurlijke personen die op persoonlijke titel, al dan niet op voordracht, zijn benoemd in toezichthoudende organen van rechtspersonen waarvoor geen directe privaatrechtelijke of publiekrechtelijke grondslag bestaat, ontberen afhankelijke van de omstandigheden zelfstandigheid bij de uitoefening van hun werkzaamheden. De hiervoor bedoelde zelfstandigheid ontbreekt als uit de statuten blijkt dat de toezichtwerkzaamheden op naam van en onder verantwoordelijkheid van het toezichthoudende orgaan worden verricht en dat de leden geen individuele verantwoordelijkheid dragen voor de handelingen van de raad die zijn vastgesteld in het kader van de juridische vertegenwoordiging van de rechtspersoon.

C: Bezwaaradviescommissies hebben als wettelijke taak een bestuursorgaan dat een bezwaar behandelt, te adviseren over het bezwaar. Taak en bevoegdheden van deze bezwaaradviescommissies zijn wettelijk geregeld. Uit de totstandkomingsgeschiedenis van deze bepaling blijkt dat de voorzitters en de leden bij de uitoefening van hun taken als geheel op naam van en onder verantwoordelijkheid van de bezwaaradviescommissie optreden. Het ontbreekt de voorzitters en leden van een dergelijke commissie daarom aan zelfstandigheid. Hetzelfde voor voorzitters en leden van adviescolleges met een wettelijke taak, zoals adviescolleges op basis van de Kaderwet (bijvoorbeeld de Gezondheidsraad).

D: Op persoonlijke titel, al dan niet op voordracht, benoemde voorzitters en leden van toetsingscommissies, geschillencommissies en daarmee vergelijkbare commissies ontberen voor hun werkzaamheden voor deze commissies zelfstandigheid in de zin van de omzetbelasting in vergelijkbare situaties als hierboven vermeld. Het gaat hierbij om deelname aan commissies die zelf geen wettelijke taak hebben, maar door een publiekrechtelijke of privaatrechtelijke rechtspersoon op eigen initiatief zijn ingesteld voor de uitoefening van (een deel van) diens taken.

Terugwerkende kracht

Het besluit werkt terug tot 13 juni 2019.  Is voor de periode vanaf 13 juni 2019 tot en met de datum van inwerkintreding van dit besluit geen BTW in rekening gebracht, dan is dat juist geweest. Is er in die periode wel BTW in rekening gebracht, dan kan dat worden teruggedraaid. Overigens keurt de staatssecretaris goed dat in het geval dat er wel btw in rekening is gebracht en deze btw bij de afnemer in aftrek is gebracht hierop niet teruggekomen hoeft te worden.

Vragen

Heeft u nog vragen over hoe u moet handelen over de periode vanaf 13 juni 2019 of twijfelt u er over of u in 1 van de benoemde categorieën valt, we helpen u uitraard graag.