Naar verwachting zullen de investeringen in 2020 en 2021 en mogelijk daarna sterk dalen. Het kabinet vindt het van groot belang dat de investeringen zo veel als mogelijk op peil blijven, zodat de tijdelijke economische terugval geen langdurig karakter krijgt.
De doelstelling van de BIK is daarom het stimuleren en naar voren halen van investeringen van bedrijven tijdens de economische crisis die een gevolg is van het coronavirus.
De BIK vormt een tijdelijke aanvulling op reeds bestaande meer specifieke stimuleringsmaatregelen zoals de kleinschaligheidinvesteringsaftrek (KIA), de milieu-investeringsaftrek (MIA) en de willekeurige afschrijving milieu- bedrijfsmiddelen (VAMIL).
Het zal voor ondernemers mogelijk zijn om verschillende investeringsregelingen tegelijkertijd te benutten, indien ze van toepassing zijn op een investering.
De BIK is gericht op nieuwe investeringen in bedrijfsmiddelen, waarvan de investeringsverplichting is aangegaan op of na 1 oktober 2020. Daarbij moeten de investeringen met een laatste betaling in de periode van 1 januari 2021 tot en met uiterlijk 31 december 2022 volledig zijn betaald en binnen zes maanden na de volledige betaling in gebruik zijn genomen. De BIK stimuleert dus duidelijk om in 2021 en 2022 te investeren.
Het voorstel van het kabinet is om de BIK vorm te geven als een afdrachtvermindering tot het bedrag van de loonheffing. Op deze wijze is deze op gelijke wijze van toepassing op bedrijven met personeel en staat het los van de winstgevendheid en is deze gemaximeerd op de afdracht. Zonder werknemers is er dus geen recht op BIK.
Voor meer informatie en enkele rekenvoorbeelden zie HIER.
