Wat te doen met de spaartax IX
Nieuws - 6 juli 2022

Wat te doen met de spaartax IX

Naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1963, bevat dit besluit de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen in box 3 voor nog niet onherroepelijk vaststaande en nog niet vastgestelde aanslagen inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor de kalenderjaren 2017 tot en met 2022.

Rechtsherstel wordt geboden aan drie groepen belastingplichtigen en uitsluitend voor aanslagen inkomstenbelasting voor de kalenderjaren 2017 tot en met 2022.

Ten eerste wordt per kalenderjaar rechtsherstel geboden aan belastingplichtigen die tijdig voor dat betreffende kalenderjaar een bezwaarschrift hebben ingediend tegen de aanslag inkomstenbelasting en van wie het bezwaar is aangewezen als massaal bezwaar als bedoeld in artikel 25c AWR (doelgroep 1).

Ten tweede wordt per kalenderjaar rechtsherstel geboden aan belastingplichtigen van wie een vastgestelde aanslag inkomstenbelasting, waarin sprake is van een voordeel uit sparen en beleggen, op 24 december 2021 nog niet onherroepelijk vaststond en die niet hebben meegelopen met de hiervoor genoemde massaalbezwaarprocedure en aan belastingplichtigen van wie een aanslag inkomstenbelasting, waarin sprake is van een voordeel uit sparen en beleggen, na 24 december 2021 en voor de inwerkingtreding van dit besluit is vastgesteld zonder dat daarbij rekening is gehouden met het eerdergenoemde arrest (doelgroep 2).

Ten derde wordt per kalenderjaar rechtsherstel geboden aan belastingplichtigen van wie de aanslag inkomstenbelasting, waarin sprake is van een voordeel uit en sparen en beleggen, bij de inwerkingtreding van dit besluit nog niet is vastgesteld (doelgroep 3).4

Voor alle doelgroepen geldt dat het rechtsherstel enkel wordt geboden als het berekende nieuwe voordeel uit sparen en beleggen lager is dan het op grond van de wet berekende voordeel uit sparen en beleggen. Als dit niet het geval is, wordt geen rechtsherstel geboden.

Bij het rechtsherstel wordt uitgegaan van de werkelijke (in de aangifte inkomstenbelasting aangegeven) samenstelling van het vermogen, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen banktegoeden, overige bezittingen en schulden. Voor iedere vermogenscategorie geldt een afzonderlijk forfaitair rendementspercentage.

Het nieuwe voordeel uit sparen en beleggen wordt berekend door vier stappen te doorlopen. Voor zover deze stappen niet afwijken van het wettelijke kader, gelden de wettelijke bepalingen onverkort.

Voor de uitwerking e.d. klik HIER.