Een nieuw belastingstelsel? Het zal een bijzondere Prinsjesdag 2021 worden.
Column - 24 mei 2021

Een nieuw belastingstelsel? Het zal een bijzondere Prinsjesdag 2021 worden.

Vorig jaar heeft het Ministerie van Financiën samen met andere departementen onderzoek gedaan en bouwstenen opgesteld voor een nieuw belastingstelsel. Die notitie is ook naar de Tweede Kamer gestuurd. De kernvraag is: “Hoe kunnen we ons belastingstelstel beter en toekomstbestendig maken?”.

Het gaat om een ambtelijk rapport, waarbij de inzichten gebruikt kunnen worden bij de volgende kabinetsformatie.

Dat er wat gaat gebeuren, staat wel vast. Want als je niets doet, komen de rijken rijker uit de crisis en de armen armer (aldus een publicatie in Trouw van mei 2020). Daarbij komt dat er veel geld is verstrekt vanwege corona, en daar zal weer wat van opgehaald moeten worden.

 In de bouwstenennotitie staan o.a. de volgende opties:

1. Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR)

Acute betaling van schenk- & erfbelasting bij overdracht van een onderneming of aanmerkelijk belang, kan in gevallen een reëel knelpunt zijn voor bedrijfsoverdracht. De BOR lost dit op door ondernemingsvermogen nagenoeg geheel uit te zonderen van belastingheffing. De huidige ruime vormgeving van de faciliteit leidt er echter ook toe dat niet of nauwelijks schenk- & erfbelasting wordt betaald in situaties waar geen sprake is van gevaar voor de continuïteit van de onderneming, omdat reeds voldoende liquiditeit aanwezig is.

Het voorstel is om deze vrijstelling fors in te perken om daarmee de regeling minder aantrekkelijk te maken. Dat is nu nog 100% tot € 1.119.845 en daarboven 83%. Een optie is om de totale vrijstelling over de waarde going concern te verlagen naar 25% en de omvang van de vrijstelling te beperken tot € 5 miljoen ondernemingsvermogen.

Om acute betaling van schenk- of erfbelasting bij bedrijfsopvolging te voorkomen, blijft uitstel van betaling met 10 jaar op grond van de Invorderingswet mogelijk.

Daarnaast zal vastgoedexploitatie - verhuur aan derden en ter beschikking stelling aan derden - voortaan aangemerkt worden als beleggingsvermogen waar de BOR (en de doorschuifregelingen) niet voor zal gaan gelden.

Voorts is het de vraag of het logisch is dat een belastingplichtige met een ab per definitie toegang heeft tot de BOR of dat het moet gaan om een ab dat een wezenlijk economisch belang in de onderneming representeert. Oftewel, moet de BOR ook gelden voor relatief kleine belangen?

De budgettaire opbrengst bedraagt € 240 miljoen per jaar structureel:
 

2. Verhoging box 2 tarief

Verhoging van het box 2-tarief naar 30% of 35% behoort tot de opties. Momenteel is dat nog 26,9%. Dit draagt bij aan het herstel van het globale evenwicht tussen dga’s, IB-ondernemers en werknemers.

Budgettaire opbrengst in € miljoen bij ingaan maatregel in 2023 en aankondiging in 2021:

 3.    Fictief rendement box 2

Een verschil tussen box 1- en box 2-ondernemers is dat box 2-ondernemers (een deel van de) belasting pas betalen als zij winsten in privé ontvangen. De heffing van inkomstenbelasting in box 1 evenals de heffing van vennootschapsbelasting door BV’s en NV’s. De heffing van inkomstenbelasting in box 2 wordt echter pas betaald bij dividenduitkering of vervreemding van de aandelen. BV’s (DGA’s) potten dus hun winsten op en keren dat niet uit aan haar aandeelhouders. Een optie is de invoering van een fictief rendement (bijvoorbeeld 4%) en in box 2 te belasten als voordeel uit aanmerkelijk belang.

De budgettaire opbrengst bedraagt (x € miljoen):
 

4.    Afschaffing MKB vrijstelling

Afschaffing van de mkb-winstvrijstelling voor de IB-ondernemer. De mkb-winstvrijstelling geldt voor de IB-ondernemer en bedraagt 14%. Deze vrijstelling verlaagt de fiscale winst. Tegenover de gemiste belastinginkomsten staan geen maatschappelijke baten van betekenis. Het toptarief voor de IB-ondernemer wordt hiermee op gelijk niveau gebracht met het toptarief van een werknemer. Afschaffen ineens levert een budgettaire opbrengst van € 1.950 miljoen structureel vanaf het moment van invoering.

5.    Andere opties die zijn ingebracht zijn o.a.

  • Invoeren van een gebruikelijk kapitaalregeling en tegelijkertijd afschaffing van de gebruikelijkloonregeling. Met de gebruikelijk kapitaalregeling wordt eerst het kapitaaldeel van de winst bepaald. Het restant van de winst wordt dan beschouwd als arbeidsinkomen. Het kapitaaldeel wordt met vennootschapsbelasting belast en het (resterende) arbeidsinkomen in box 1. De box 2 heffing blijft bestaan.
  • Afschaffen doorschuiven in de inkomstenbelasting, danwel de faciliteiten beperken of de kans op afstel van heffing bevorderen. Daardoor is oneindig uitstel van belastingheffing in box 2 niet meer mogelijk omdat bij overdracht afgerekend wordt.
  • Schulden die kwalificeren als eigenwoningschuld voor de eigenwoningregeling worden in het wetsvoorstel excessief lenen volledig uitgezonderd. Dit kan worden versoberd, waardoor de uitzondering alleen nog van toepassing is op bestaande eigenwoningschulden, en niet meer op nieuwe eigenwoningschulden.
  • Het huidige box 3-stelsel gaat gepaard met een aantal knelpunten waardoor de heffing als onrechtvaardig wordt ervaren, het stelsel ruimte geeft voor arbitrage en het een prikkel heeft tot het aangaan van schulden. Zo is het mogelijk om in plaats van het belasten van de forfaitaire vermogensinkomsten het vermogen zelf te belasten met een vermogensheffing.

Prinsjesdag 2021
Ik ben benieuwd wat de uitkomsten worden. Met Prinsjesdag zullen we meer weten. Als er dan natuurlijk al een nieuw kabinet is.